Beleidsplan

Jeugddiaconaat CGK in Z/zijn kracht zetten

Jeugddiaconaat heeft een plek in de visie en het werkplan van Deputaten Diaconaat van de CGK. Dat voert ze uit met partners, waarbij SenT een eigen plek inneemt. De huidige diaconale consulent en ook zijn voorganger maken deel uit van het bestuur SenT. Daarbij heeft dit bestuur zijn eigen verantwoordelijkheid en wordt het werk niet een onderdeel van Diaconaat, zo besloten Deputaten medio 2018. Toch is er een overduidelijk gezamenlijk belang: het jeugddiaconaat, zo werd bevestigd in een vergadering van 19 november 2018, waar het bestuur van SenT een verzoek om een eenmalige ondersteuning deed aan deputaten. In deze vergadering werd besloten om bij dit gezamenlijke belang meer nadruk te leggen op wederkerigheid en een goede organisatorische inbedding. Daarvoor zijn Beppie Wessels, André Jansen en Erjan van der Linde bij elkaar gekomen. De uitkomsten daarvan zijn verwerkt in dit document (versie 6) en door het bestuur van SenT akkoord bevonden op 8 december 2018.  

Hoofdstuk 1: samenvatting

Sent&Travel heeft een historie van ruin 25 jaar achter de rug, waarvan het grootste deel onder de naam Dienstverlening Jongeren Wereldwijd. Er is veel bereikt. Maar de organisatie zit in een neerwaartse beweging. Hoe kan deze worden omgebogen? Daarvoor is het van belang om te kijken naar het waarom van de diaconale vakanties. Deze buitenlandervaringen veranderen jongeren: door de ontmoeting met christenen onder totaal andere omstandigheden en in een andere cultuur hebben ze geleerd met andere ogen naar hun eigen leven en geloof te kijken. Het brengt niet zelden een vernieuwing van hun geloof teweeg en een grotere diaconale en missionaire betrokkenheid.

Om deze leerervaring voor de jongeren en voor de gemeenten waar ze toe behoren optimaal te laten zijn is een uitgebreide en intensieve voorbereiding vooraf, begeleiding tijdens en nazorg achteraf noodzakelijk. Nauwe samenwerking met de plaatselijke gemeente is daarbij cruciaal en het verdient de voorkeur om in de contacten altijd één of meerdere personen in de plaats waar de reis naar toe gaat als brug te laten fungeren tussen de kerk in Nederland en de kerk daar: iemand die beide culturen enigszins begrijpt en die ook tijdens de reis de begeleiding van de groep op zich kan nemen.  Voor de organisatie van de reis en de voorbereiding van de groep op de reis wordt een betaalde kracht ingehuurd. Deze persoon fungeert als contactpersoon tussen de gemeente en de jongeren enerzijds en de contactpersoon in de gemeente in het buitenland anderzijds.

Voor het realiseren van dit plan zijn externe financiers nodig. Hiervoor kan het bestuur een projectvoorstel indienen bij DD. Het diaconaal bureau in Veenendaal kan projecten en contactpersonen aandragen voor mogelijke reizen.

Hoofdstuk 2: SenT

Dit hoofdstuk laat zien wie SenT is, wat tot nog toe door SenT is bereikt en het waarom van de beoogde verandering.

2.1 Wie en Wat

Serve&Travel is in 1989 ontstaan. Een commissie van de Christelijke Gereformeerde kerken wilde jongeren betrekken bij het zendingswerk en vatte het plan op daarvoor jongerenreizen te organiseren. Zendelingen van deze kerken wilden graag een brede ontmoeting tot stand brengen tussen Nederlandse en buitenlandse kerken. Die twee bewegingen resulteerde in de oprichting van een werkgroep. De formule is daarna landelijk uitgerold en sinds 2000 is SenT niet langer een werkgroep, maar een stichting, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Hilversum (nr. 32079885).  Deze stichting heeft een eigen bankrekening en ANBI-vrijstelling (RSIN/Fiscaal nummer: 820717757).

De stichting wordt geleid door een stichtingsbestuur die uitvoer geeft aan de doelstelling: de mogelijkheid van diaconale reizen uitdragen door publiciteit en een website, de reizen uitzetten en voorbereiden; jongeren en begeleiders werven en van informatie en instructie voorzien en de reizen coördineren en evalueren. Het bestuur bestaat uit 5 tot 8 vrijwilligers die alleen een vergoeding voor de reiskosten ontvangen. Het komt op jaarbasis 5/6/7 keer bij elkaar. De stichting heeft geen kantoor en is zonder winstoogmerk. Het is verbonden met het diaconale bureau van de CGK met name in de persoon van de diaconaal consulent (buitenland).

Het diaconale karakter van de reizen bestaat in het leren van de christenen in andere delen van de wereld hoe God en de naaste lief te hebben en te dienen. Deze geestelijke kernwaarden dienen verweven te zijn met alle stadia van de reis: de voorbereiding dient erop gericht te zijn om een ontvangende en dienende houding aan te nemen en tijdens en na de reis is de begeleiding ook gericht op dit aspect van wederkerigheid: de bezoekende jongeren en gemeente leren van en assisteren in de dienst die de buitenlandse kerkelijke gemeente in eigen omgeving aanbiedt.

In de praktijk betekent dit dat jongeren worden opgevangen door een buitenlandse kerkelijke gemeente, logeren bij gezinnen uit deze gemeente, meedoen met bijeenkomsten, ontmoetingen hebben met jongerengroepen en een plaatselijke gemeente assisteren  bij de dienst in kerk en samenleving.

2.2 Verandering

In de jaren van bloei kende SenT 5 of 6 reizen. Dat aantal is afgenomen tot 2 á 3 reizen de laatste jaren.  De redenen zijn divers. Het begeleiden van de deelnemers en de reis zelf vraagt veel menskracht. Ook bleken sommige landen niet geschikt als reisbestemming. En om veiligheidsredenen zijn er een aantal landen uitgevallen. Verder is er de laatste jaren nogal wat verloop in het bestuur geweest. De vormen van het komen tot publiciteit en het doen van de werving is nogal gewijzigd. Op 29 juni bespraken Desiree van Arkel en Gé Drayer met Erjan van der Linde het plan om SenT een boost te geven door de inzet van een (parttime) betaalde werker. Verder dat hiervoor voor 1 oktober een plan bij het bestuur van SenT zou worden ingediend.

Hoofdstuk 3: Op hoger plan

Dit hoofdstuk laat zien waarom en voor wie de diaconale vakanties ertoe doen, uit welke elementen de cyclus van een werkvakantie bestaat en hoe de organisatie eruit ziet.

3.1 Waarom diaconale vakanties?

SenT beweegt zich binnen de markt van de zgn. ‘werkvakanties’. Hierbij ga je met een kleine groep op ontdekkingstocht en stap je binnen in een andere cultuur, een andere taal en een andere gemeenschap. In een bestek van twee of drie weken wordt een van tevoren afgesproken programma uitgevoerd. Om de diaconale reis, met als onderdeel veelal een lokaal project, te kunnen uitvoeren zijn acties nodig om zowel de reis als het project te financieren.

De resultaten op persoonlijk niveau springen het meest in het oog. Er worden crossculturele contacten opgebouwd als deel van een waardevol netwerk. De buitenlandse ervaringen zijn vormend of de reiziger nu jong of wat minder jong is. Ook is een geestelijke verandering op te merken: een hulpreis verandert jongeren, zo kopte het ND op 8 februari 2017. ‘Jongeren die zijn mee geweest op een vrijwilligersreis zijn na afloop actiever in de kerk en hebben een levendiger geloof dan voorheen. Aan een project gaat een jaar van voorbereiding vooraf. De jongeren gaan plannen maken om geld in te zamelen, waarbij de hele kerk meeleeft. Er worden collectes gehouden, acties georganiseerd of er is bijvoorbeeld een lunch na de dienst. Op die manier zien ze dat de kerk meer is dan een saaie plek waar oude liederen worden gezongen.’ Ook komen de reizigers in contact met christenen die het in materieel opzicht veel minder hebben, maar wel een rotsvast geloof bezitten. Dat opent nogal eens de ogen voor de geestelijke rijkdom van het geloof.

Ook voor plaatselijke kerken zijn deze reizen vruchtbaar. Zoals boven al is aangeven genieten ze van de spin-off van de diaconale vakanties. Jongeren zorgen voor ‘reuring’ in de gemeente om hun reis en/of project te financieren; en je krijgt nogal eens andere jongeren terug met meer oog en hart voor de kern van het christelijke geloof en de waarden van een plaatselijke gemeente. Het wordt meer en meer gebruik in onze kerken om jongeren als onderdeel van de catechisatie snuffelstage te laten lopen in het pastoraat, diaconaat of in liturgische onderdelen. De werkvakantie heeft al deze elementen in zich en, als het een reisgezelschap uit één gemeente betreft, nemen ze elkaar mee, zowel bij de voorbereiding als bij terugkomst.

Voor buitenlandse lokale partners en kerken zijn deze reizen waardevol omdat er contacten ontstaan tussen jongeren in hun gemeente met jongeren in het Westen die wederzijds inspirerend zijn.  Ze worden bemoedigd en ondersteund in hun eigen missionaire en diaconale werk in eigen omgeving. Die ondersteuning bestaat niet alleen in financiële en praktische hulp, maar vooral ook in morele ondersteuning en gebed voor elkaar. Voor missionair-diaconale werkers (MDW-er) kan het een kortverband ondersteuning in het werk betekenen. Hierbij is het van belang dat er geen paternalistische houding wordt ingenomen. Wij besluiten niet wat in het buitenland nodig is en doen niet wat daar zélf kan worden gedaan. We bouwen vooral een relatie op en slaan de handen ineen.

Ook landelijke deputaatschappen als het Diaconaat CGK hebben belang bij deze reizen. In het beleidsplan is opgenomen dat jeugddiaconaat een belangrijk aandachtspunt is. Diaconale vakanties bieden goede mogelijkheden voor een praktische invulling ervan.

  • Onderdelen van de uitvoer

3.2.1 Reisbestemmingen

In de afgelopen jaren heeft SenT voldoende mogelijke reisbestemming aangeboden. De bestemming hebben vooral een relatie met een diaconaal project of een zendingsterrein van de CGK. Het voordeel van deze bestemmingen is, dat lokale contacten en kartrekkers in het netwerk zitten van het Dienstenbureau in Veenendaal en in het bestuur van SenT. Deze lokale kartrekkers zijn onmisbaar als brug tussen de Nederlandse groep bezoekers en de bezochte kerk. Het kunnen MDWers zijn of zendelingen of lokale voorgangers of projectleiders die de Westerse cultuur  hebben leren kennen. In het nieuwe plan is de relatie met de diaconaal consulent (buitenland) van belang, zoals die er ook was in het verleden.  

3.2.2 Publiciteit en werving

Er is in het verleden vooral ingezet op communicatie via de diaconieën van de CGK. Dit is een goede brug naar de plaatselijke gemeenten. In dit nieuwe plan willen we meer inzetten op het verbinden van een gemeente met een project of zendingsveld gedurende een tijd langer dan een jaar. De diaconale reis kan zo worden ingebed in een gemeente. Via de plaatselijke media, een gemeenteavond en het verenigingsleven kan hier aandacht voor gevraagd worden. In erediensten kan aandacht gegeven worden aan geestelijke kernwaarden (zie 2.1); als er een mogelijkheid is een buitenlandse voorganger of MDW-er een platform te geven, dan zal hier uiteraard gebruik van gemaakt worden. En via lokale trekkers kan de werving gestart worden. In het ideale geval komt er een reisgezelschap van 10 – 20 jongeren/ouderen uit één gemeente. De leiding zal in de meeste gevallen zich natuurlijkerwijs aandienen met de groep in de vorm van leiding van een jeugdvereniging of een capabele jeugdouderling. De leiding zal minimaal 25 jaar oud zijn met leiderschapskwaliteiten en liefst kennis van het project.

Er kan ook gedacht worden aan groepen vitale senioren die een deel van hun tijd willen inzetten als kortverband vrijwilliger.

In het nieuwe plan zal de organisatie openstaan voor nieuwe vormen, samenstellingen en uitdagingen als het gaat om het verbinden van gemotiveerde christenen uit de CGK en bestaande projecten en zendingsterreinen. Hierbij zullen de MDW-ers een belangrijke rol spelen als bruggenbouwers tussen de bezoekende en de bezochte gemeente.

Onze primaire doelgroep is de CGK, waarbij allerlei vormen van (kerkelijke) samenwerking een kans bieden om bruggen te bouwen. Op deputaten-niveau kunnen hier binnen PDS afspraken gemaakt worden voor het gebruiken van bestaande communicatiekanalen.

3.2.3 Potentiele reisgroepen informeren en instrueren

In de afgelopen jaren heeft SenT veel aandacht gegeven aan dit onderdeel van het traject om te komen tot een reis. Waar dient op gelet te worden bij welke bestemming; gedragscodes en protocollen. Hoe dient leiding gegeven te worden en hoe zet je een leider in zijn kracht. Welke inentingen zijn nodig, welke verzekeringen, welke vliegreizen, maaltijden, enz. Hier kan gebruik gemaakt worden van bestaand materiaal dat uiteraard jaarlijks geüpdate dient te worden en aangepast aan veranderende situaties.

Het boeken van de vliegtickets en de financiële transacties zijn de taak van de reisleider van de gemeente in samenwerking met de coördinator van SenT.

3.2.4 Coördineren en evalueren van de reis

De organisatie zal stand-by staan gedurende de reis en ondersteuning bieden indien nodig. Zeker in het geval van een ongeval of calamiteit zal er veel werk aan de winkel zijn. Hier dienen goede afspraken over gemaakt te worden.

Een goede evaluatie van de afzonderlijke deelnemers en van de groep is essentieel. Leerpunten dienen indien nodig geverifieerd bij de buitenlandse partners en vervolgens werkwijzen en protocollen aangepast voor een volgende reis. Indien lessen uit het verleden niet worden getrokken, verliest de organisatie goodwill en slagkracht.

3.3 De organisatie

Genoemde onderdelen van de uitvoer zijn arbeidsintensief en vragen nauwgezette actie op de juiste momenten. Het ligt voor de hand om hier een betaalde werker voor in te zetten. Deze werker dient feeling te hebben met het fenomeen ‘werkvakanties’, dient de kerken te kennen en (een deel van) de bestemmingen. We zetten in om iemand die communicatief vaardig is, een zelfstandig en creatief ingesteld persoon is, vaardig is in het opbouwen en onderhouden van netwerken en het liefst relevante werkervaring heeft.

Genoemde werker zal het werk doen in samenspraak met een slagkrachtig bestuur, die het realiseren van de gestelde doelen bewaakt en ook (vrijwillig) inzetbaar is voor bepaalde taken. In het doel van SenT hoeft in het nieuwe plan geen aanpassing gedaan te worden. De grote verandering zit in het intensiveren van het aantal reizen en dit faciliteren vooral door de inzet van een betaalde kracht. Dit kan in de begintijd gebeuren doordat genoemde werker op projectbasis wordt aangesteld, dus zonder in dienst te zijn van het bestuur.

Hoofdstuk 4: de doelgroepen

Voor wie doen we het? Dit onderdeel van het plan gaat in op de groep waar we ons nu reeds voor inzetten en waar we ons in de toekomst voor willen inzetten om hen van dienst te zijn met diaconale reizen.

4.1 De doelgroep jongeren

Onze doelgroep in directe zin zijn in de eerste plaats de diaconaal betrokken jongeren in de 184 plaatselijke CGK. Via de diaconieën, de jeugdorganisaties CGJO en LCJ en eigen contacten willen we ze interesseren voor een reis. Het liefst als groep uit één gemeente of een stel genabuurde gemeenten.  We verdisconteren hierbij dat grote gemeenten in zijn voor meer dan één reisgroep per jaar en dat uit (samenwerkingsgemeenten met ) NGK- en GKV-gemeenten er ook  aanmeldingen komen.

Hiervoor zal meer naamsbekendheid, reisbestemmingsbekendheid en motivatiebekendheid nodig zijn. De komende jaren zullen we daarom dienen te investeren in genoemde drie gebieden van bekendheid om zo het vertrouwen te winnen van diaconaal betrokken leden binnen onze kerken en dan met name leden die jongeren kunnen interesseren voor een diaconale reis. Naamsbekendheid zal groter worden door een marketingplan (zie paragraaf 5) en door mond op mond reclame. We dienen daarbij een goede kwaliteit van dienstverlening te leveren. De beste naamsbekendheid komt door oud-deelnemers van onze reizen die ambassadeur worden naar leeftijdsgenoten. De reisbestemmingsbekendheid zal meer ontdekt worden dan gecultiveerd. Bij ons buitenlandse netwerk hebben we als CGK goodwill; partners willen vanuit een stuk wederkerigheid zich graag inzetten voor reisgroepen uit Nederland. Door goede reiservaringen, versterkt door publiciteit in de sociale media (vooral Instagram), Doorgeven en nieuwsbrieven van Diaconaat en Zending, zal de reisbestemmingsbekendheid groter worden.

Motivatiebekendheid heeft alles te maken met een duidelijke visie die inspireert en passioneert. We willen  inzetten op het verbinden van een gemeente met een diaconaal project of zendingsterrein. We kunnen een 2 of 3 jarig traject aanbieden aan de kerken met de mogelijkheid dat we op kerkenraadsniveau tot afspraken komen voor de invulling ervan. Het zal vooral gaan om visie  voor diaconaat en/of zending. Waarom doen we wat we doen? Wat heeft dit te maken met gerechtigheid, met barmhartigheid, met rentmeesterschap, met de Missio Dei. Vervolgens is informatie nodig: wat? Daarop volgt de concretiseringsfase: hoe? In deze fase kunnen er plannen worden voorgesteld voor een reis en wat daarvoor nodig is.

4.2 De doelgroep senioren

Ten aanzien van de groep vitale senioren maken we hier geen inschatting. Het gaat hierbij om een forse groep die voor het grootste deel andere interesses heeft dan het meegaan met een dia conale buitenlandse reis. Het is ook niet de belangrijkste doelgroep. Verder zijn ze beter in staat om hun eigen doelen te kiezen en na te streven en te organiseren. Deze groep is zeker een interessante groep en we zouden hier een start mee kunnen maken. We dienen dan wel na te denken over een andere naam voor de organisatie.

4.3 Andere spelers op de markt

Er zijn meer organisaties die diaconale reizen aanbieden. Daarbij zij opgemerkt dat SenT niet in eigenlijke zin werkvakanties aanbiedt, omdat de nadruk ligt op de interculturele  ontmoeting; de werkvakantie is bijzaak, omdat het goed is om ook praktisch iets te doen. Het hoofddoel is de ontmoeting in een diaconale context. Daarom spreken hier bij voorkeur over ‘diaconale vakanties’ of een ‘diaconale ontmoetingsreis’, waar andere organisaties meer spreken over ‘werkvakanties’.

Deze andere organisaties zijn met name Livingstone en World Servants. Livingstone in Amersfoort geeft aan in 2017 12 projecten te hebben ondersteund met per project een aantal groepen van zo’n 20 reizigers. World Servants in Wolvega geeft geen cijfers van het verleden. Ze geven aan voor 2019 31 projecten te willen ondersteunen met ‘vakantiewerkers’. Verder zijn er ook  aanbieders van vakantiereizen die  werkvakanties aanbieden.

De twee eerstgenoemden zijn behoorlijke spelers in de markt. LS richt zich met name op projecten in (Oost-Europa en Afrika). WS is vooral gericht op projecten in Latijns-Amerika, Afrika en ZO-Azië. Op de site wordt niet duidelijk of WS is verbonden met kerken. Ze doen de reizen vanuit een christelijke motivatie en om te bouwen aan een rechtvaardiger wereld. Dat geldt ook voor LS, al geeft deze aan bezig te zijn met een meerjarige samenwerking van een Nederlandse kerk met een ontwikkelingsproject.

Hoofdstuk 5: marketingplan

Hoe vertalen we dit plan naar onze doelgroep? Hoe bereiken we ze? Wat zijn onze instrumenten?

5.1 Prognoses

We willen graag met ons aanbod van diaconale reizen bij onze doelgroep binnenkomen op zo’n manier dat ze zich gaan openstellen voor de gedachte mee te gaan met een reis. Sterke punten voor onze organisatie zijn de inbedding in de CGK door middel van Diaconaat CGK en de toegang tot de faciliteiten van het Dienstenbureau. Ook zijn plaatselijke diaconieën goede ingangen voor de diaconale reizen, waarbij het goede nieuws is dat elke plaatselijke kerk zo’n diaconie heeft! Zwakke punten zijn de marginale bekendheid binnen onze kerken op dit moment. Ook is niet zo bekend hoe we ons onderscheiden van andere spelers op de markt.  We zouden ook kunnen kijken of deze diaconale reizen aansluiten bij stages of profielwerkstukopdrachten van middelbare scholieren. Een kant waar we ons rekenschap van hebben te geven is het feit dat veel diaconale werkvakanties reizen per vliegtuig vergen en deze zijn nogal vervuilend. Het is goed om groener reizen en de CO2-uitstoot van vluchten compenseren. Het is goed zich te realiseren dat dit beleid ook als marketinginstrument kan worden ingezet. 

Wat zijn de prognoses voor de komende jaren? We stellen daarbij het streefdoel van 10 reizen over 5 jaar (zie par. 4.1) en gaan uit van 1 reis per jaar die op dit moment georganiseerd wordt. Daarbij zetten we in op een tweejarig traject met gemeenten, waarbij de reis in jaar twee zal zijn. Dat brengt tot de volgende prognose:

Jaar  12345 6
Aantal reizen  1146810

5.2 Instrumenten

Klassiek is het model met de 4 P’s: product, prijs, plaats en promotie, waarbij het veranderen van één van de instrumenten gevolgen kan hebben voor de andere drie P’s. Het product is in grote lijn hierboven beschreven. De prijs is een belangrijk instrument. Prijzen zullen concurrerend met andere spelers in de markt zijn. In deze vernieuwde opzet zal bij elke reis een kostenplaats ‘organisatiekosten’ ingecalculeerd dienen te worden. Dit is met name bedoeld voor de bekostiging van de betaalde werker. We zouden kunnen werken met een korting op de reis als er 15 personen of meer mee gaan. Begeleiders krijgen het recht om voor de helft van de prijs mee te gaan. Dit laatste is een instrument om in te zetten ingeval het moeilijk is begeleiders mee te krijgen.

Het instrument ‘plaats’ heeft te maken met de distributiekanalen. In dit plan richten we ons de komende jaren op de CGK, maar zijn ook wervend binnen de 3G-kerken

Promotie is vooral bedoeld om naamsbekendheid te krijgen. Dat kan via advertenties en zgn ‘Free Publicity’. Het laatste kan door publiciteit te bereiken in de landelijke kranten door het lanceren van dit plan. Ook zullen we kunnen vertellen over diaconale reizen in tijdschriften als Doorgeven en De Wekker; verder in Onderweg e.d. Verder kunnen we getuigenissen ervaringsfilmpjes digitaal delen, ervaringsverhalen plaatsen in de Nieuwsbrieven van LCJ en CGJO, Diaconaat CGK, Zending CGK e.d. Onder deze categorie valt ook het versturen van één of twee mailingen per jaar aan diaconieën met informatie, affiches en strooifolders.

Hierbij zijn de directe contacten met diaconieën te noemen. Diakenen zijn duwers voor SenT.

We zullen ook gebruik dienen te maken van advertenties. Dat kan in genoemde tijdschriften of via digitale media. In dit plan is uitgegaan van een behoorlijk marketingbudget in de eerste twee jaar.  We kunnen evt. digitale media inzetten met online-advertenties.  Dit zou ingezet kunnen worden na een eerste jaar.

5.3 Naam en logo

Op 8 december besloot het bestuur de naam Dienstverlening Jongeren Wereldwijd te veranderen in Serve&Travel, afgekort SenT.

Ook past bij een nieuwe start een nieuw logo, ongeacht of de naam wordt veranderd. Dat kan door het ‘pimpen’ van het huidige logo of het zoeken naar een nieuwe, b.v hetzelfde logo van een wereldbol met twee handen die elkaar een hand geven en in de rand de cijfers van een klok.

Hoofdstuk 6: financieel plan

Hoe is de financiële situatie? Wat zijn de financieringsbehoeften?

Op dit moment is de organisatie niet ruim in financiën. Het is dus een klassieke situatie van kosten die voor de baat gaan. Het gaat dan vooral om de kosten van een betaalde werker voor de contacten met de gemeenten/reizigers en de benodigde PR.

De betaalde werker becijferen we op € 20 per uur voor 0,2 fte. Op jaarbasis komt dit uit op uit op 47 weken x 36 uur x 0,2 fte 338 uur. Dit komt uit op een bedrag van € 6.760. We verwachten in jaar 3 een toename naar 0,3 fte € (€ 10.140) en in jaar 5 0,4 fte (€ 13.520).

Om gemeenten toe te rusten zullen bestuursleden en de betaalde kracht reiskosten maken. Verder zullen er ook kosten voor het bestuur gemaakt worden. Dit plan gaat uit van het niet hebben van een eigen kantoor.

Uitgaven

Jaar                                     1                           2                            3                           4                         5                      6    

Betaald werker                 6.760                   6.800                10.140                  10.200                 13.520        13.600

PR                                        2.000                   2.000                   3.000                   3.000                   3.000                      3.000

Reiskosten                         1.500                   1.500                   2.000                   2.000                   2.500                      2.500

Onvoorzien                       2.000                   2.000                   2.000                   2.000                   2.000                      2.000

Bestuurskosten                    500                      500                     500                       500                      500               500

                                          12.760                 12.800                17.640                    17.700                 21.520        21.600

De inkomsten zijn met name de bijdragen van reizigers. In dit plan gaan we uit van € 200 per reiziger Dit is nu € 55. Bij groepen gaan we uit van 15 personen per reis. Het streven is om het aantal wat groter te laten zijn.

Inkomsten

Jaar                                     1                           2                           3                           4                           5                              6

Bijdragen reizigers     3.000                  3.000                   12.000                  18.000                  27.000          36.000

Tekort  

                                   – 9.760                        – 9.800             – 5.640                   +300                   +5.480                  +14.400

Totaal te dekken tekort in de eerste 5 jaar is  € 19.420. In dit plan gaan we ervan uit dat na jaar 4 we quitte spelen en de schulden kunnen gaan aflossen. De verwachting is dat dat binnen 10 jaar het geval zal zijn.

De investeringsbegroting is zo’n 20.000  euro. De eigen middelen zijn € 6.000. Deze willen we graag houden als buffer. De financieringsbehoefte voor de komende 5 jaar is dus zo’n € 20.000.

Hiervoor zullen investeerders gevraagd moeten worden die vertrouwen/congenialiteit hebben met dit plan.

Hoofdstuk 7: Stappenplan

Stappen                                                                                                      Wie, planning, uitkomst

Bespreken van dit plan met alle onderdelen met het huidige bestuur van SenTErjan, 29-9-2018: bestuur gaat met wat aantekeningen akkoord.
Bespreken samenstelling toekomstig bestuurIedereen, 29-9-2018: Erjan gaat deel uitmaken van bestuur.
Maken functiebeschrijving betaalde werkerDesiree+Erjan, okt./nov.
Rondmaken van de financieringErjan, 2018 / begin 2019
Komen tot een uitvoerend teamErjan, okt.
Concretisering van dit planErjan, Sanne, Wilma
Komen tot jaarplan 1Bestuur, nov.
  

[1] Dit is de nieuwe naam voor DienstverleningJongerenWereldwijd (DJW), zo besloot het bestuur op 8 december 2018. SenT staat voor Serve&Travel.

[2] André Jansen: Dit citaat is erg ambitieus. Die dingen gebeuren wel, maar er zijn er ook die meegaan en bij wie er gewoon niets gebeurt: geen geestelijke verrijking, niet actiever etc. Die hebben gewoon een prima tijd gehad. Dus geen overspannen verwachtingen.


 

 

.